Het model van Gerstein (2011) beschrijft hoe een geflipte les eruit ziet:
1. Maak een gezamelijke start
Als je met een nieuw onderwerp begint, maak dan eerst een gezamenlijke start. Maak leerlingen nieuwsgierig, zodat ze zin hebben om (zelfstandig) verder te leren. . Doe samen een experiment, een spelvorm, vertel een verhaal of kies een interactieve activiteit. Het doel is het wekken van interesse voor het onderwerp.
2. Leerlingen gaan zelfstandig met de inhoud aan de slag
Gebruik bestaand of zelfgemaakt materiaal. Maak gebruik van de mogelijkheid tot differentiëren. Niet iedereen hoeft thuis hetzelfde te doen.(welke mogelijkheden zijn hiervoor?) Nodig leerlingen uit vragen te stellen aan elkaar of aan jou, op de manier waarop je dat gewend bent. (ELO, mail, Twitter, Facebook etc.).
3. Zelfstandige verwerking met inhoud
Leerlingen verwerken de inhoud uit fase 1 en 2. Ze doen dat met opdrachten, die hen aan het denken zetten. Je kunt de activiteiten uit fase 2 en 3 gelijktijdig plannen, of elkaar laten afwisselen. Geef bijvoorbeeld tijdens een videoles een opdracht (met feedback), waarna de videoles weer verder gaat. (Edpuzzel?? )
4. Samen terug in de les
Maak in deze fase gebruik van de tijd samen om de leerlingen een stap verder te brengen. Met hulp van jouw expertise en de interactie tussen leerlingen. Geef gerichte individuele begeleiding of feedback. Waar het om gaat is dat je de ‘gewonnen tijd’ optimaal benut, doordat je geen of minder tijd kwijt bent aan instructie geven.