De wetgever heeft opdracht gegeven seksuele diversiteit op te nemen in het onderwijs aanbod door middel van een aanpassing van de kerndoelen in het primair, voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs. Op dit moment onderzoekt de Onderwijsinspectie de implementatie van de wijziging van de kerndoelen. De rapportage hiervoor verwacht met begin 2016 (Onderwijsbeleid, 2015).
Het Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling heeft al eerder een analyse gemaakt van het leermiddelenaanbod. Hieruit blijkt dat op het primair onderwijs nog geen methodes beschikbaar zijn. Soms wordt door uitgevers een aanvulling bij de methode geleverd (bijvoorbeeld door een lesbrief).
In het voortgezet onderwijs geven de reguliere methodes een beter aanbod. Een opmerking is dat de aandacht beperkt is. Zo wordt wel ingegaan op de seksuele oriëntaties holebi, maar beperkt op transgender en niet op interseksueel. Ook de relatie met de maatschappelijke context is beperkt. Zo blijft de aandacht voor beïnvloeding van opvattingen over (seksuele) diversiteit door cultuur, religie, peer group en media onderbelicht, terwijl dit wel een essentie van het kerndoel is. Een andere uitkomst van de analyse is dat de aandacht voor seksualiteit en seksuele diversiteit vooral is ondergebracht bij het leergebied natuur en gezondheid. De thema’s komen niet terug in de methodes van de mens- en maatschappijvakken. Terwijl het doel juist is de acceptatie van diversiteit en het begrip hebben voor en omgaan met diversiteit in de multiculturele samenleving te bevorderen (Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, 2014)
Het radioprogramma EenVandaag heeft een uitzending gehad over homoacceptatie. Hierin kwamen een aantal jongeren en voorlichters van het COC aan het woord. In het kort komt het er op neer dat er op scholen nog veel verbeterd kan worden. Volgens het COC wordt op ongeveer 50% van de scholen geen voorlichting gegeven. Wanneer er wel voorlichting wordt gegeven is dat vaak 10 minuten bij een biologieles, waarna dit kerndoel wordt afgevinkt. Een ander punt was dat de voorlichting vaak pas in het laatste jaar wordt gegeven. Dit zou al in de brugklas moeten. Men begrijpt wel dat docenten nog niet echt voorbereid waren op het nieuwe kerndoel. Men pleit er dus voor het vak ook op de docentenopleiding verplicht te stellen (Jongerenpanel, 2015).
Naast bovenstaande problematiek op reguliere scholen zijn er ook de streng Christelijke en Islamitische scholen die problemen hebben met het uitvoeren van kerndoel 43. Zowel de Islamitische schoolbesturen organisatie als de Reformatorische school zien dit kerndoel als een beperking van de onderwijsvrijheid. Beiden reageren fel op de plannen van regering op een en ander op te nemen in de Onderwijsinspectie. In de uitzending van EenVandaag kwam ook naar voren dat op een aantal Christelijke scholen de ouders eerst een brief kregen over de voorlichting. In sommige gevallen hebben de ouders die voorlichting tegengehouden.
Mijn conclusie is dat in theorie het kerndoel goed is uitgewerkt, maar dat er in de praktijk nog veel aan schort. Als men er van uitgaat dat homoacceptatie bij de jongeren begint, dan hoort het eigenlijk te beginnen bij de school , de docenten en bij de lerarenopleidingen. Seksuele voorlichting en seksuele diversiteit worden overigens binnen de opleiding docent gezondheidszorg en welzijn goed uitgediept.