Kies uit onderstaande rij een personage voor je verhaal. Maak vervolgens een woordweb over je personage. Schrijf zoveel mogelijk op en probeer ook verder te denken dan de ideeën die je meteen naar binnen schieten. Schrijf je personage in het midden en werk van daaruit verder, je maakt ook nieuwe takken vanuit de woorden die je als eerste opschrijft. Het is niet goed of fout, je hebt 4 minuten. GO!
WIE?
Hond
Schaatser
Een kleuter
Een dief
Een soldaat
Een postbode
Een melkboer
Een slager
Een bakker