Wat wil de derde stand?

Het gaat slecht met Frankrijk, in 1789. Het geld is op, veel boeren en armen in de steden hebben honger, de burgers zijn ontevreden omdat ze niks te vertellen hebben. De spanningen lopen op, in de kroegen en koffiehuizen wordt fel gediscusseerd over wat komen gaat.

De derde stand was de grootste bevolkingsgroep in Frankrijk, met de minste politieke invloed en hebben de hoogste belasting-lasten. De meeste Fransen leefden in de achtiende eeuw op het platteland. Het huis en de grond waarop ze woonden was het eigendom van de adel of van de kerk. De pacht (huur) was voor de boeren moeilijk op te brengen, ze hielden weinig over om van te leven. Een enkele misoogst bracht families jarenlang op de rand van de hongersdood.

De rest van de derde stand bestond vooral uit burgers in de steden. Een deel hiervan wist, via handel, grote rijkdom te bereiken, maar voor de meesten in de stad was het een zwaar bestaan. Gezinnen leefden dicht opeengepakt in sloppenwijken en de werkloosheid en armoede waren enorm. Wanneer op het platteland een oogst mislukte, dan merkten de armen in de stad dat onmiddelijk. de broodprijzen stegen tot absurde hoogte en er gingen zelfs mensen dood van de honger. Dit leidde regelmatig tot rellen in de staten van Parijs. 

De koning, Lodewijk XVI kreeg de schuld van de honger en armoede. De koning leefde in buitensporige luxe en hield geen rekening met zijn volk. Het opstandige volk riep om beter bestuur, maar daarmee bedoelden ze vooral: betaalbaar voedsen. in 1789 werd duidelijk dat Frankrijk failliet zou gaan. De koning was blut. voor het eerst in 175 jaar liet Lodewijk XVI de Staten-Generaal bij elkaar roepen. In deze vergadering waren de Adel, geestelijkheid en de burgers vertegenwoordigd. De koning wilde hun vragen om te helpen de geldproblemen op te lossen. De vergadering liep iets anders dan Lodewijk verwachtte.....