Vaste lasten dierenartsen

Dierenartsen hanteren verschillende tarieven. Dit komt omdat de vaste lasten tussen de praktijken enorm kunnen verschillen.
 
Huisvesting, personeelskosten en apparatuur
De kosten voor huisvesting verschillen enorm. Een goed ingericht bedrijfspand in de stad is veel duurder dan een praktijkruimte aan huis op het platteland. Daarnaast lopen de kosten voor gas, elektra, water, financiering, gemeentelijke belastingen, etc. enorm uiteen.
Een complete inrichting met röntgenapparatuur, gasnarcose, hartbewaking, bloedanalyse en digitale patiëntenkaarten kost veel geld. Bovendien moet deze apparatuur jaarlijks verplicht gekeurd en onderhouden worden.
In de meeste praktijken werken naast de praktijkeigenaar ook nog assistentes en/of dierenartsen in loondienst. Dit brengt uiteraard loonkosten met zich mee.

 

Gebruikte materialen
Operatietechnieken en de zorg eromheen kunnen sterk verschillen per praktijk. Er zijn vaak grote kwaliteitsverschillen tussen de narcosemiddelen, hechtmaterialen en pijnstilling die op de markt zijn. Echter, hoe beter de kwaliteit, hoe hoger de prijs. 

De aanwezigheid van een ervaren operatieassistente en permanente zorg voor uw dier tijdens de recovery dragen bij aan het welzijn van het huisdier, maar brengen ook de nodige extra kosten met zich mee.

 

Aandacht voor het dier
De ene dierenarts plant 10 minuten voor een consult, de ander 20 minuten. In het laatste geval wordt er meer tijd aan het dier besteed en zal de consultprijs ook hoger zijn.

 

Bijscholing
Dierenartsen in Nederland hebben een zeer goede opleiding genoten. Toch houdt het leren nooit op. Regelmatige bijscholing van dierenartsen en assistentes zorgt ervoor dat het kennisniveau op peil blijft. Ieder jaar zijn er nieuwe ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied en het is belangrijk dat dierenartsen hiervan op de hoogte blijven.

Het investeren in kennis komt direct ten goede aan de zorg voor het dier, maar er hangt ook een prijskaartje aan.