1.1 Uiterlijke kenmerken

Veel jongeren voelen zich onzeker over hun uiterlijk. Je uiterlijk heeft te maken met je lichaam. Aan sommige lichamelijke kenmerken kun je zelf weinig veranderen. Bijvoorbeeld: De kleur van je ogen, de vorm van je gezicht en je lichaamsbouw. Die kenmerken heb je bij je geboorte meekregen. Je hebt ze van je ouders geerfd. Op andere lichamelijke kenmerken kun je zelf invloed hebben. Je kunt bijvoorbeeld je haar op verschillende manieren dragen. Je uiterlijk heeft ook te maken met je kleding. Je kunt kiezen voor allerbei soorten kleding en schoeisel.

Je kiest de uiterlijke kenmerken die bij jou passen. Bijvoorbeeld de kleur van je ogen. Ze moeten ook passen bij je karaktereigenschappen. Karaktereigenschappen zijn bijvoorbeeld: je bent verlegen, vriendelijk, behulpzaam, trouw, vrolijk, je kunt goed luisteren.