2.1 Je lichaam

Tussen je elfde en zestiende jaar verander je. De periode tussen elf en zestien jaar noemen we puberteit. In je lichaam worden in de puberteit meer geslachtshormonen gemaakt. Geslachtshormonen zorgen ervoor dat je lichaam volwassen wordt. Je kunt kinderen verwekken of zwanger worden: je kunt je voortplanten.



Meisjes gaan menstrueren: ze worden ongesteld. In de puberteit begin je ook sneller te groeien (de groeispurt).De geslachtshormonen hebben invloed op je huid, je zweetklieren en bij jongens op de baardgroei. Dit betekent dat je jezelf anders moet gaan verzorgen. Onder invloed van geslachtshormonen verander je ook geestelijk. Hier leer je meer over in klas 2.