Een leerlijn is een beredeneerde opbouw van tussendoelen en inhouden naar een einddoel.
In het bovenstaande filmpje zie je wat een leerlijn nu eigenlijk is. Het is van enorm belang dat we leerlijnen zo kunnen maken, dat onze leerlingen kunnen gaan begrijpen waarom ze bepaalde zaken moeten bestuderen.
Element beredeneerde opbouw |
Kernvraag |
---|---|
Visie |
Waartoe leren zij? |
Doelen |
Waarheen leren zij? |
Inhoud |
Wat leren zij? |
Leeractiviteiten |
Hoe leren zij? |
Rol leraar |
Hoe is de rol van de leraar bij hun leren? |
Materialen en bronnen |
Waarmee leren zij? |
Groeperingsvorm |
Met wie leren zij? |
Locatie |
Waar leren zij? |
Tijd |
Wanneer leren zij? |
Toetsing |
Hoe wordt hun leren getoetst? |
Leerlijnen vormen een belangrijk instrument bij het ontwerpen en ontwikkelen van leermiddelen, zowel op inhoudelijk als op didactisch gebied. Ontwikkeling van leerlijnen vindt plaats bij het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO). Momenteel wordt hard gewerkt aan nieuwe begrippenkaders voor basis- en voortgezet onderwijs. ( Bron: Allard Strijker SLO )
Een leerlijn opstellen document.doc
Vakwerkplan en leerlijn voorbeeld
Format 1 voorbeeld
Wat is jouw vak?
|
Biologie |
Voor welk niveau is deze leerlijn?
|
Basis |
Voor welk leerjaar geldt deze leerlijn?
|
1e leerjaar |
Welke thema's onderscheid je?
|
Cellen en weefsels Schimmels en bacteriën Planten en dieren Mensen en hun omgeving Beweging, houding en conditie Menselijk lichaam Bescherming Prikkels Generatie op generatie |
Welk onderwerp behandelt de leerlijn? |
Levend, dood en levenloos |
Welk (kern)doel wil je bereiken?
|
28 De leerling leert vragen over natuurwetenschappelijke, technologische en zorggerelateerde onderwerpen om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren.
29 De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven.
30 De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wissel- werking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnenbeïnvloeden.
31 De leerling leert onder andere door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en milieu. 34 De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid, en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen. 35 De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelfenandereninverschillendeleefsituaties(wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden.
|
Welke materialen en bronnen worden gebruikt? |
VO- Content http://www.studiobiologie.nl/vmbo_ob/Thema_Vaardigheden_B/B%20Opdrachten/1%20Levend-dood-levenloos/ Biologie voor jou: Hoofdstuk 1, blz 13 t/m 27 |
Op welke manier laat je de leerlingen leren? |
Prakticumlessen, theorielesjes, opzoek opdrachten |
Met wie leren de leerlingen? ( groeperingsvorm) |
Afwisselend: In groepjes van twee. Individueel |
Hoeveel tijd kost deze leerlijn? |
Gebaseerd op twee lesuren per week: 2 x 2 lesuren practicum 2 lesuren theorie 1 lesuren uitwerken opdrachten en oefeningen 2 lesuren SO’s en Toets Totaal: 9 lesuren en een uitloopuur |
Op welke manier wordt er getoetst?
|
Practicumverslagen worden beoordeeld, 2 SO’s : levend, dood levenloos en onderzoeksvaardigheden, werking en gebruik microscoop. 1 toets, |
Format 1 in te vullen
Wat is jouw vak?
|
|
Voor welk niveau is deze leerlijn?
|
|
Voor welk leerjaar geldt deze leerlijn?
|
|
Welke thema's onderscheid je?
|
|
Welk onderwerp behandelt de leerlijn? |
|
Welk (kern)doel wil je bereiken?
|
|
Welke materialen en bronnen worden gebruikt? |
|
Op welke manier laat je de leerlingen leren? |
|
Met wie leren de leerlingen? ( groeperingsvorm) |
|
Hoeveel tijd kost deze leerlijn? |
|
Op welke manier wordt er getoetst?
|
|