Jezelf voorstellen:
een levenskaart maken (een A4-tje dubbelgevouwen)
Doel
Door te kijken naar de levenskaart van een ander leren leerlingen elkaar kennen. Ze leren ze wat hun klasgenoot mooi, leuk en belangrijk vindt en hoe ze tegen het leven aankijken.
Benodigdheden
'kaart'
kranten, tijdschriften
gekleurd papier
schaar, lijm
eigen voorwerpen
Lesinhoud:
Inleiding
Als je jezelf voorstelt, kun je dat doen door je naam te noemen. Maar weet die ander dan wie je bent? Weet die ander dan hoe je in elkaar zit, wat jij belangrijk vindt?
Waarschijnlijk is er meer over je te vertellen.
Om aan je klasgenoot te laten zien wie jij bent, ga je de komende lessen een kaart samenstellen, die zowel aan de buitenkant als binnenin een heleboel over jou vertelt. Het wordt jouw ‘levenskaart’.
Kern
Welke stappen moet je zetten?
Bedenk welke dingen bij jou passen. Dat kun je zo doen:
Je krijgt tekenpapier. Vouw die dubbel en teken hierop jouw naam op een manier die jij mooi vindt. Zorg ervoor dat je naam op de voorkant van de kaart past.
Versier de achterkant. Denk bijvoorbeeld aan: een mooi gedicht, plaatjes uit tijdschriften, gekleurd papier of tekeningen met onderwerpen die jij mooi, leuk of belangrijk vindt.
Nu vul je de binnenkant van de kaart met in totaal zes "afbeeldingen":
Twee dingen die iets vertellen over vroeger.
Twee dingen die iets laten zien over jouw leven nu.
Twee dingen die laten zien wat jij in de toekomst wilt doen, wat jij wilt bereiken.
Laat je kaart aan je klasgenoten zien.
Lever je kaart in bij de docent ter beoordeling.
TON HGN