Met waterwerken bedoelen we door mensen gemaakte gebouwen en constructies die ons moeten beschermen tegen water. Een synoniem is waterkering: een dam, dijk, sluis e.d.
Zonder onze waterwerken zou de helft van Nederland onder water staan. In plaats van het strand bij Scheveningen zouden we dan spreken over het strand bij Amersfoort!
Op een reliëfkaart (zoek deze ook op in je Bosatlas!) kun je goed zien waar de grens tussen land boven en onder zeeniveau ligt. Dat zeeniveau noemen we NAP (Normaal Amsterdams Peil). Het gemiddelde zeeniveau is gelijk aan het NAP. In werkelijkheid ligt dat zeeniveau iets hoger vanwege de stijging van de zeespiegel sinds 1888.
Op verschillende plaatsen in Nederland kun je, meestal in de buurt van een rivier, beek of kanaal, zien hoe hoog je zit ten opzichte van het NAP: boven of beneden zeeniveau.
Het laagste punt van Nederland bevindt zich in een weiland in de Zuidplaspolder ten noordoosten van Nieuwerkerk aan den IJssel, gelegen op een hoogte van 6,76 meter onder NAP. Een groot deel van Nederland is dus op het water veroverd.
Flevoland
Het grootste waterwerk ter wereld is Flevoland. In 1932 is de Zuiderzee afgesloten met de Afsluitdijk. De Zuiderzee werd omgedoopt in IJsselmeer. In 1938 is het eerste deel van het IJsselmeer drooggelegd. In dat jaar begon men met de aanleg van de Noordoostpolder.
Enige jaren later was de beurt aan de Flevopolder. Het oostelijk deel daarvan werd tussen 1950-1957 drooggemalen, het zuidelijk deel tussen 1957-1968. De Nederlandse waterbouw heeft zich in de loop der jaren enorm ontwikkeld en de Nederlandse deskundigheid wordt wereldwijd ingezet.
Video: Flevoland
De video ‘Hoe maak je nieuw land?’ laat zien hoe Flevoland ontgonnen werd.