uitleggen wat warme en koude zeestromen zijn en welk effect ze hebben op het klimaat;
benoemen door welke twee factoren boven- en onderstromen worden beïnvloed;
de werking van thermohaliene circulatie omschrijven;
aan de hand van de werking van dit transportsysteem verklaren hoe en waarom het klimaat in West-Europa verschilt van dat van de oostkust van de Verenigde Staten en Canada.