
Als eindproduct speel je met een klasgenoot twee scènes. In overleg met je docent worden de scènes opgenomen of geef je een live voorstelling in de klas.
De situatie is als volgt:
Een Nederlandse student wil een stageplaats bij een bedrijf in een land met een hoge context cultuur. Daar wordt anders gecommuniceerd dan de student hier gewend is.
In de scene boots je een kennismakingsgesprek na tussen de student en een medewerker van dat bedrijf. Het gesprek vindt plaats in het Engels. Beide gesprekspartners zitten nog in hun eigen land. Er wordt dus op een andere manier gecommuniceerd dan face to face, bijvoorbeeld via Skype.
Een scene duurt tussen de 5 en 10 minuten.
NB. Je wordt niet beoordeeld op je Engels en acteertalent!
In de scènes laat je in ieder geval zien:
De cultuurverschillen die je uitdrukt in de scène mogen verzonnen zijn. Gebruik er minimaal twee.
Daarnaast schrijf je in een bijlage hoe je de scènes hebt voorbereid en gespeeld.
In de bijlage beschrijf je in ieder geval:
Waarom we Engels als voertaal kiezen en hoe we deze taal noemen. Daarnaast benoem je welke supercentrale talen we verder kennen.
Voor welk culturele verschillen je hebt gekozen en waarom dit tot miscommunicatie leidde. Op welke manier je hebt laten zien dat er een barrière zat tussen hoog-context en laag-context communiceren.
Voor welke communicatietechnologieën je hebt gekozen in de twee scènes en waarom.|
|
Toneelstuk makenIn een toneelstuk worden drama en actie met elkaar gecombineerd en heb je te maken met personages en taal. |
|