Begrippen

Internationale betrekkingen

Internationale arbeidsverdeling
Verdeling van het maken van producten over verschillende landen.

Internationale concurrentie(positie)
Het vermogen om beter en/of goedkoper te kunnen produceren dan de buitenlandse concurrenten.

Protectionisme
Maatregelen die een land kan nemen om de bedrijven in dit land te beschermen tegen internationale concurrentie.

Europese Unie
Een vereniging van Europese landen die er samen voor moeten zorgen dat alles binnen deze Unie eerlijk verloopt.

Vrijhandel
Als twee of meer landen afspreken alle handelsbelemmeringen af te schaffen kunnen producten tussen deze landen ongehinderd geïmporteerd of geëxporteerd worden.

Import
Het invoeren van goederen in een land.

Export
Het uitvoeren van goederen uit een land.

Globalisering/Mondialisering
Op economisch, cultureel en politiek gebied is de wereld door de ontwikkelingen, op onder andere het gebied van vervoer, de afgelopen jaren steeds kleiner geworden.

Massaproductie
De productie van grote hoeveelheden standaardproducten (dezelfde producten).

Multinational
De naam voor een bedrijf die zowel goederen als diensten in meerdere landen produceert en verkoopt.

Afzetmarkt
Het gebied waarin de bedrijven en consumenten zijn gevestigd die een product willen kopen.

Schaalvergroting
Het groeien van bedrijven om op die manier de productiekosten te verlagen en de opbrengsten te verhogen.

Innovatie
Vernieuwing.

Global shift
Het verplaatsen van het economisch zwaartepunt (vooral productie) van de wereld van het gebied rondom de Atlantische Oceaan (de westerse wereld) naar het gebied rondom de Grote Oceaan (Azië).

Arbeidsintensief
Wanneer bij het produceren relatief veel arbeid wordt gebruikt.

Bedrijfskolom
De bedrijfskolom is de naam voor de opeenvolgende stappen die een product doormaakt, voordat het bij de klant, de consument is. In een bedrijfskolom staan bovenin de grondstoffen en onderin de detailhandel.