Stap 1: Nederland

Bestudeer alle eerste drie pagina's van de Kennisbank over omvang van de bevolking.
Bekijk ook de video in de Kennisbank.

Omvang bevolking

Lees de tekst en beantwoord daarna de vragen.

De situatie in Nederland
Tot in de eerste helft van de 20e eeuw was er veel armoede in Nederland. Vanwege de armoede hadden mensen niet genoeg te eten en was er geen geld voor de dokter. Het gevolg was dat de sterfte hoog was, vooral onder kinderen. Omdat kinderen voor mensen ook een oudedagsvoorziening waren, had de hoge kindersterfte ook een hoog geboortecijfer tot gevolg. In die tijd had het Rijk nog niet de sociale voorzieningen geregeld zoals we dat nu kennen. Mensen kregen bijvoorbeeld nog geen uitkering als ze met pensioen gingen.

Vanaf 1950 verbeterden de leefomstandigheden, de gezondheidszorg en hygiëne, waardoor het sterftecijfer afnam. Het geboortecijfer bleef nog hoog zodat er een groot geboorteoverschot ontstond en dus ook een forse natuurlijke bevolkingsgroei.

Vanaf 1970 ging het geboortecijfer sterk omlaag. Waren eerst gezinnen van vier, vijf of meer kinderen heel normaal, na 1970 hadden veel gezinnen maar twee kinderen. Hierdoor werd het geboorteoverschot kleiner, waardoor de natuurlijke bevolkingsgroei afnam.
Nederland kreeg een algemeen ouderenpensioen (Algemene Ouderdomswet: AOW), waardoor een groot kindertal niet langer nodig was als voorziening voor de oude dag.
Heel belangrijk in deze ontwikkeling is de beschikbaarheid van anticonceptie geweest. Door de uitvinding van ‘de pil’ in 1965 werd het mogelijk zwangerschap te plannen en zelf te bepalen of en hoeveel kinderen je wilt.