Gedurende Levensles kijk je in eigen kring (buurt, kennissen of familie) of er iemand is die én zorg nodig heeft én geschikt is om gekoppeld te worden aan een buddy, een klasgenoot van je. Denk hierbij aan (over)grootouders, ooms en tantes maar ook je buurvrouw of iemand die je hebt leren kennen tijdens Levensles. Overleg eventueel met je Healthy Ageing begeleider, je coach of je SLB-er of iemand geschikt is.
Wanneer je een geschikt iemand hebt gevonden ga je vragen of diegene wel geholpen wil worden en waar er behoefte aan is. Dat kan variëren van zo nu en dan gezelschap krijgen, samen boodschappen doen, een uitje maken, samen koken en/of eten en ga zo maar door. Het gaat hierbij duidelijk om informele zorg, dus geen taken als iemand wassen, medicijnen verstrekken of verband verwisselen. Helpen met bijvoorbeeld steunkousen mag natuurlijk weer wel.
Zoals je leest gaat het vooral om zorgvragers die tot de doelgroep ouderen behoren. Wanneer je echter iemand kent die net moeder/vader is geworden en ondersteuning behoeft of iemand kent met een (licht) verstandelijke beperking die ondersteuning kan gebruiken mag dat ook. Overleg dit wel even met het Noorderpoort.
In december ga je in de klas jouw hulpvrager koppelen aan een klasgenoot en omgekeerd. Zo vorm je eigenlijk duo’s van klasgenoten en hun hulpvragers. Eventueel kan het ook als trio, dus met zijn drieën. Je gaat gezamenlijk bij de hulpvragers op bezoek. Samen breng je in kaart waar de zorgvraag uit bestaat en wat de wensen en mogelijkheden zijn. Ook probeer je alvast afspraken te maken over bijvoorbeeld welke dag(del)en je langs kunt komen om welke activiteiten uit te voeren. Van al deze afspraken maak je een afsprakenformulier welke door zowel de hulpvrager als de hulpverlener wordt ondertekent. Dit is het zorgcontract (zie bijlage 3). Het afsprakenformulier stop je als bewijs in je portfolio.