Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt argumenten bedenken en deelnemen aan een debat, waarbij je deze argumenten gebruikt.
| Aan de slag | ||
| Stap | Activiteiten | |
| Stap 1 | ![]() |
Je gaat argumenten vóór en tegen bedenken ter voorbereiding van een debat over de Olympische Spelen. Je leest daarvoor artikelen en bekijkt twee video's. |
| Stap 2 | ![]() |
Je leest tips over het houden van een goed debat. Je bespreekt alle tips samen met een klasgenoot. |
| Afronding | ||
| Onderdeel | Activiteiten | |
| Begrippen | ![]() |
De begrippen gaan over Olympische Spelen en debatteren. |
| Eindopdracht | ![]() |
Je gaat in groepjes een debat voeren en gebruikt daarbij je argumenten. |
| Terugkijken | ![]() |
Terugkijken van de opdracht. |
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.