Eindopdracht: Rondreis

Vergelijk jullie rondreis met de rondreis van twee klasgenoten.
Hebben zij meer munten dan jullie overgehouden?
Bedenk hoe jullie meer munten zouden kunnen overhouden.

Print de kaart eventueel nog een tweede keer uit.
Geef op de kaart de ‘goedkoopste’ rondreis aan.
Schrijf ook nu de landen op in de volgorde waarin jullie de landen bezoeken.

Klaar?
Laat jullie rondreis beoordelen door jullie docent.
Jullie docent let op:

Kaart tekenen

Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.