Wat kan ik straks?
Kennis
Aan het eind van dit thema kan ik:
K8: Geraamte
- De verschillende beenderen van het geraamte van een mens in een afbeelding benoemen.
- De functies van een geraamte omschrijven.
- Een mogelijk gevolg van overbelasting noemen.
- Het verschil tussen been en kraakbeen omschrijven.
K8: Beenverbindingen
- Vier soorten beenverbindingen beschrijven en van iedere beenverbinding aangeven waar die in het lichaam voorkomt.
- De onderdelen van een gewricht benoemen.
- Drie soorten gewrichten beschrijven en van iedere soort aangeven waar die in het lichaam voorkomt.
K13: Mitose en meiose
- omschrijven wat een karyogram is en aangeven op welk punt een karyogram van een vrouw verschilt van een karyogram van een man.
- het verschil tussen geslachtscellen en lichaamscellen beschrijven.
- de verschillen uitleggen tussen mitose en meiose en aangeven wanneer er sprake is van mitose en wanneer van meiose.
K13: Monohybride en dihybride kruisingen
- het verschil tussen een dominant gen en een recessief gen uitleggen.
- de begrippen homozygoot en heterozygoot beschrijven, zodat duidelijk is wat het verschil is tussen homozygoot en heterozygoot.
- (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken hoe groot de kans is dat een nakomeling een bepaald gen van de ouders krijgt.
- een stamboom aflezen.
Vaardigheden:
Aan het eind van dit thema kan ik:
- Een practicum uitvoeren en daarvan een verslag maken.
- Bij een (onderzoeks)vraag informatie opzoeken op internet.