Wat kan ik straks?

Kennis
Aan het eind van dit thema kun je:
K4 Levenskenmerken
- De levenskenmerken herkennen bij organismen.
- Het verschil tussen dood, levenloos en levend uitleggen.
K4 Bouw van cellen
- Plantaardige en dierlijke cellen herkennen aan hun kenmerken.
K6 Verschillende eters
- Herbivoren, carnivoren en omnivoren herkennen aan hun gebit.
- Uitleggen wat het verschil in lengte is tussen het spijsverteringskanaal van een herbivoor en een carnivoor.
- Aan een snavel van een vogel herkennen welk voedsel de soort eet.
K6 Bouw van zaadplanten
- De organen van een zaadplant noemen.
- Uitleggen wat de functies zijn van de organen van en zaadplant.
- Uitleggen hoe fotosynthese werkt.
K6 Relaties tussen organismen
- Drie symbiotische relaties herkennen tussen organismen.
- Een predator-prooi relatie beschrijven.
K9 Spijsverteringsstelsel
- De belangrijkste organen van het spijsverteringskanaal herkennen.
- Uitleggen wat de functies zijn van de organen.
- De werking van gal en de verteringssappen beschrijven.
K9 Geslachtelijke voortplanting bij planten
- Uitleggen wat bestuiving is en de manieren van bestuiving beschrijven.
- Uitleggen wat bevruchting is en de manieren van vruchtverspreiding beschrijven.
Vaardigheden
Aan het eind van dit thema kun je:
- Een schematische tekening maken.
- Een preparaat maken (met kleuring).
- Een onderzoek uitvoeren.
- Flashcards maken en gebruiken bij het leren.