Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Voedselweb
Geheel van voedselrelaties binnen een levensgemeenschap.

Voedselketen
Een keten van eten en gegeten worden, waarbij elk organisme een voedselbron is voor een volgend organisme. Een voedselketen begint altijd met een plant (producent). Bijvoorbeeld: gras → rups → koolmees.

Plaagdier
Een plaagdier is een bepaald soort organisme dat een bedreiging voor het voortbestaan van andere soorten kan gaan vormen.

Plaag
Een plaag is elk dier of elke plant die schadelijk is voor de mens of de menselijke zorg. De term wordt met name gebruikt voor wezens die gewassen, vee en bosbouw beschadigen of mensen overlast bezorgen, vooral in hun huizen.

Producenten
Organismen (planten) die zelf voedsel maken; planten maken door fotosynthese suikers (voedsel) van koolstofdioxide, water en zonlicht.

Consumenten
Organismen die andere organismen als voedsel gebruiken.

Reducenten
Reducenten staan aan het eind van de voedselketen en leven van dode planten en dieren. Voorbeelden van reducenten zijn bacteriën en schimmels.

Dierlijke plankton
Dierlijk plankton bestaat uit kleine diertjes in zee.

Plantaardig plankton
Plantaardig plankton bestaat uit kleine plantjes in zee.

Voedselpiramide
Een grafische afbeelding waarin verschillende organismen van een voedselketen zijn weergegeven, met de producenten (planten) onderaan en predatoren (roofdieren/carnivoren/vleeseters) bovenin. De piramidevorm geeft het verlies van organische stoffen en energie aan in iedere stap van de keten.