Werk in viertallen.
In stap 1 heb je gekeken naar transgene visjes. Experimenten met transgene dieren spreken tot de verbeelding. Transgene planten zijn minder bekend. Er zijn er veel, voor allerlei doeleinden. Organismen die genetisch gemodificeerd zijn worden ggo’s of gmo’s genoemd (genetically modified organisms). In 1994 werd in de VS het eerste genetisch gemodificeerd voedsel op de markt gebracht: een beter houdbare tomaat. Sindsdien is er veel ontwikkeld. Zo is er de Gouden rijst, een rijstsoort die beta-caroteen aanmaakt. Mensen kunnen dat omzetten in pro-vitamine A. Verder kennen we katoen dat giftig is voor insecten, soja die bestand tegen de bestrijdingsmiddelen waarmee het onkruid op de akkers wordt bestreden en een aardappelras waaruit het zetmeel voor de zetmeelindustrie makkelijker geïsoleerd kan worden.
In deze stap verdiep je je in de argumenten voor en tegen het gebruik van gmo’s.
Transgenen en cisgene planten
Verzamel zoveel mogelijk argumenten voor en tegen het gebruik van transgene en cisgene planten.
Je kunt daarbij de volgende bronnen gebruiken. Verdeel de bronnen over de leden van de groep.
Maak een overzicht waarin de standpunten en argumenten zichtbaar worden.
Gebruik de overzichten van de verschillende groepen bij het schrijven van je betoog in de eindopdracht.
Bronnen: