Eindopdracht

Vertrouwen in de wetenschap

Je gaat deze module afronden door een discussie over de wisselwerking tussen wetenschap en maatschappij.
Wetenschappelijk onderzoek verloopt volgens vaste regels. Door een strikte gedragscode na te leven (zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, controleerbaarheid, onpartijdigheid, onafhankelijkheid) proberen wetenschappers zo betrouwbaar mogelijk te zijn.

De resultaten van wetenschappelijk onderzoek bereiken het grote publiek meestal via het journaal of via de krant.
Kun je er dan van uitgaan dat het waar is? En welke invloed heeft de journalist?
Het vertrouwen in wetenschappers is vaak groot. Maar mensen zijn steeds kritischer en mondiger, ze nemen niet meer zomaar alles aan wat wetenschappers zeggen.
Wetenschappers worden soms ook gezien als een elitegroep die ver van de 'gewone' mensen af staat.
Ieder die dat wil kan veel kennis verzamelen via internet.
En via een forum of een blog kunnen kennis en standpunten gemakkelijk met een grote groep mensen worden gedeeld.

Lees als eerste het volgende artikel Wetenschapbeoefening - www.vsnu.nl

Verdieping

In deze opdracht ga je je verdiepen in de verschillende belangengroepen rond een wetenschappelijk onderzoek.
We onderscheiden

  1. de burger
  2. de wetenschapper
  3. de media
  4. overheid en politiek
  5. belangengroep


Maak groepen van vijf en geef iedere leerling een nummer.
Maak nu groepen van alle klasgenoten met hetzelfde nummer en verdiep je samen in de bovenstaande rol met dat nummer.

  1. Noteer wat het nut is van wetenschap vanuit jullie standpunt. Verzamel zoveel mogelijk argumenten. Ieder noteert ze voor zichzelf.
  2. Neem je aantekeningen mee naar je eigen groep. (Elke groep bestaat nu dus weer uit een nr 1, 2, 3, 4 en 5).
  3. Benoem een gespreksleider, een tijdbewaker, een notulist.
  4. Spreek met de docent af hoeveel tijd er is voor elke situatie A, B en C:
  5. Lees de situaties A, B en C. Wijs bij elke situatie een andere tijdbewaker, gespreksleider en notulist aan.
  6. Weeg de belangen af aan de hand van de vragen, en probeer samen tot een standpunt te komen.
    Noteer dit standpunt en de argumenten.

Situatie A

Voor een bepaald onderzoek is naar een nieuwe behandelmethode voor leukemie is een open inschrijving uitgeschreven.
Dat betekent vaak dat degene die het goedkoopst kan worden het onderzoek mag uitvoeren.
Er kunnen twee verschillende onderzoeksmethoden worden gebruikt. Methode A is duur, maar zeer betrouwbaar.
Methode B is veel goedkoper, maar veel minder betrouwbaar.
Een onderzoeker overweegt een voorstel in te dienen. Methode A zou in dit geval in de ogen van de onderzoeker de meest aangewezen methode zijn om te gebruiken. Mag hij zijn kans om de opdracht binnen te halen vergroten door in zijn voorstel toch te kiezen voor methode B? Of moet de overheid meer geld reserveren om zo nodig de dure methode te kunnen betalen? Moet de belangengroep bij de burgers geld inzamelen voor het duurdere onderzoek? Welke rol moeten media spelen?

Situatie B

Een onderzoeker heeft veel gegevens verzameld en resultaten gepubliceerd over het winnen van energie uit frituurvet. Op basis van de uitkomsten schrijft hij kritisch over dat onderwerp.
Nadat hij een opdracht voor verder onderzoek hierover heeft gekregen van de rijksoverheid, schrijft hij een rapport waarin hij veel positiever is. Hij verklaart dit uit voortschrijdend inzicht en verbeterde meetmethodes.
Het rapport krijgt een sleutelfunctie in de besluitvorming van de rijksoverheid, maar collega-onderzoekers lopen er tegen te hoop. Valt iemand hier iets te verwijten? Moet iemand actie ondernemen? Zo ja, welke partij(en)? Met welke argumenten? En wat moet er dan gedaan worden?

Situatie C

In 2009 ontstond veel ophef over het HPV-vaccin tegen baarmoederhalskanker. Die ophef was zo sterk dat maar vijftig procent van de opgeroepen meisjes zich liet vaccineren, daar waar het RIVM van zeker zeventig procent was uitgegaan en op tachtig procent hoopte.
De blog www.verontrustemoeders.nl van bloemist Anneke Bleeker speelde een hoofdrol in de discussie over het vaccin. Ook op Hyves begonnen tegenstanders van de vaccinatie een campagne. Met filmpjes van Amerikaanse meisjes die na vaccinatie ernstig ziek zouden zijn geworden, werden meisjes gewaarschuwd voor de prik. De geruststellende informatie die wetenschappers gaven (o.a. de verklaring dat er altijd mensen ziek worden, dus ook na vaccinatie) , werd in twijfel getrokken, het RIVM werd belangenverstrengeling verweten.
Schadelijke effecten van de vaccinatie zijn niet aangetoond, maar nog steeds valt de opkomst na een oproep voor vaccinatie tegen.
Valt iemand hier iets te verwijten? Moet iemand actie ondernemen? Zo ja, welke partij(en)? Met welk argumenten? En wat moet er dan gedaan worden?


Afronding

Voor elk van de situaties wordt de notulist van één van de groepen gevraagd het groepsstandpunt en de argumenten te presenteren.
De rest van de leerlingen laat weten het met dit standpunt wel of niet eens te zijn, door zich op te stellen langs een denkbeeldige as.
Deze as loopt van “helemaal oneens” tot “helemaal eens”.

Bronnen voor verdieping bij deze stap
Wetenschapbeoefening - www.vsnu.nl
Informatiekaart vertrouwen in de wetenschap: Vertrouwen in de wetenschap - TU Delft

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van