benoem je de bouw, vorming, ontwikkeling en functie van geslachtscellen.
beschrijf je dat cellen zich op een gecontroleerde zich delen en daarbij verschillende fasen van doorlopen.
kun je de celcyclus van een gewone celdeling en beschrijven en vergelijken met de reductiedeling.
kun je de regulatie van de fasen van de celcyclus beschrijven en wat in die regulatie verkeerd kan gaan.
benoem je dat cellen zich ongecontroleerd kunnen gaan delen en dat er fouten in het DNA tot stand komen.
benoem je dat cellen verouderen en afsterven.
benoem je hoe de mens kan ingrijpen in de bevruchting van plant, dier en mens om kwaliteit/nuttig gebruik van nakomelingen te bevorderen en ziekte te voorkomen en je gebruikt daarbij ethische en biologische argumenten om een mening daarover te vormen.
beschrijf je de werking van hormoonklieren en hun specifieke hormonen en leidt af hoe de doelorganen daarop reageren