Extra opdracht

Modellen maken

Cellen zijn ruimtelijke vormen (3D). In leerboeken zie je meestal tekeningen (2D) van doorsneden van cellen of van de organellen die er in zitten.
Bouw een model van een plantaardige of een dierlijke cel.
Bedenk zelf hoe je de verschillende organellen wilt aangeven.
Kies zelf de materialen die je gebruikt.
Overleg met je docent of het model ook resultaten van elektronen- microscopisch onderzoek moet laten zien.
Overleg met de klas en de docent aan welke eisen ‘de cel’ moet voldoen.
Geef de verschillende onderdelen duidelijk aan.
Bewaar je model omdat het nog wel weer van pas zal komen.

Ga er even van uit dat het een eencellige is.
Zijn alle noodzakelijke structuren aanwezig?
Stel dat deze eencellige voorkomt in de Waddenzee.
Heb je alles ingebouwd om het organisme daar te laten overleven?