Onder de opbouw van de grond, de structuur, verstaan we de samenhang tussen de verschillende onderdelen van de grond als gronddeeltjes, water en lucht. Hoe verhouden die onderdelen zich ten opzichte van elkaar? Het bodemleven, de hoeveelheid organische stof en de chemische eigenschappen van de grond zijn voortdurend van invloed op de structuur. Het is de bedoeling dat deze optimaal van elkaar zijn ingedeeld zodat ze goed water opnemen, water doorlaten, lucht laten circuleren en voedingsstoffen opnemen en gelijkmatig afgeven.
Humus
Alles wat er na de vertering van planten en dieren overblijft, noemen we humus, ook wel aangeduid als organische stof. De bacteriën leveren na langzame ‘verbranding’ donkerbruine koolstof op. Verder komen er allerlei stoffen vrij die planten nodig hebben om te kunnen leven. Deze organische stof vormt in de grond een voedselvoorraad, een soort buffer. Om een goede bodemstructuur te krijgen is het noodzakelijk om constante aanvoer van humus te bewerkstelligen.
Water en lucht
Dat water onontbeerlijk is voor al het leven op aarde is eigenlijk niet zo vreemd, omdat veel organismen voor het grootste deel uit water bestaan. De plant bestaat zelfs voor zestig tot negentig procent uit water en maakt met behulp van water haar eigen bouwstoffen. Water zorgt voor celspanning, transport in en buiten de plant en afkoeling. Teveel water is ook niet goed, want dan neemt het water de plaats in van bodemlucht. Omdat plantenwortels voor hun levensverrichting zuurstof nodig hebben, reiken de wortels nooit dieper dan tot het wateroppervlak.
Waterzones
Wanneer de grondwaterspiegel niet te hoog ligt, zijn er van beneden naar boven drie waterzones te onderscheiden. De eerste waterzone is de grondwaterzone. Hierin zijn alle poriën gevuld met water. De tweede zone is de capillaire laag. Door de grondporiën in deze tweede zone stijgt hier het water op. Hoe nauwer de poriën zijn, hoe hoger het water vanuit het grondpeil kan stijgen. Dit proces wordt de capillaire werking van de grond genoemd. In de bovenste laag zit tot slot het hangwater. Een dunne grondlaag heeft de werking als een spons, hierin blijft een klein deel van het regenwater hangen.
Grondbewerking
Grondbewerking pas je toe om een goede bodemstructuur te krijgen. Je wilt een optimale verdeling en samenhang van water, lucht en humus in je grond. Zodat ze een goede bodem zijn voor jouw planten. Dat betekent dat je minstens ieder jaar humus moet toevoegen aan de bodem. Dit moet gespit worden in de eerste laag (0,00 tot –0,50 cm.) Ook wil je een goede capillaire werking van het water in je bodem. Door de bodem eenmaal per vijf jaar goed diep te spitten meng je zo alle gronddeeltjes goed door elkaar. Dit zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de poriën. Hierdoor kan lucht en water zich bewegen.