Soms kan er een tijdelijk tekort aan stikstof ontstaan in de bodem. Zoals je weet zorgt bodemleven er voor dat de plant voeding op kan nemen in de zeer kleine haarwortels. In de tabel hieronder zie je de verhouding C/N oftewel koolstof (C)en stikstof (N). Je ziet dat mest van vee een C/N verhouding heeft van 15. Bij graanstro is deze verhouding tussen de 50 en 150. Als je heel veel stro op het land aanbrengt, kan het volgende gebeuren; Het bodemleven zal de stro verteren. De C/N verhouding van deze organismen is 8. Bij de vertering komt het bodemleven stikstof te kort. Deze halen ze uit de bodem. Maar nu kan de plant geen stikstof opnemen. Je ziet dan stikstofgebrek in de beplanting optreden. Een geel blad en slechte groei. Op een gegeven moment zal een deel van het bodemleven doodgaan. Er is minder materiaal om te verteren. Pas nu komt de stikstof vrij voor de plant.