7.3 Oppervlakte van ruimtefiguren

Oppervlakte balk

 

De oppervlakte van een rechthoek bereken je met de formule: lengte · breedte.

Als de rechthoek ook een hoogte heeft, noemen we dit een balk. Deze heeft dus de afmetingen lengte, breedte en hoogte. Van zo'n balk kan je ook de oppervlakte berekenen. Je kunt ook de inhoud van een balk bepalen.

Uitwerking:

De oppervlakte van een balk kun je berekenen door de oppervlaktes van alle zijvlakken te berekenen en bij elkaar op te tellen. Een balk heeft altijd van elk zijvlak 2 dezelfde, zoals je kan zien in de afbeelding. Dit gegeven kun je gebruiken om het rekenwerk wat te verkorten. Hieronder staat welke afmetingen je met elkaar moet vermenigvuldigen om de oppervlakte te berekenen van het betreffende zijvlak:

Oppervlakte A = 2 · Lengte · Hoogte

Oppervlakte B = 2 · Lengte · Breedte

Oppervlakte C = 2 · Hoogte · Breedte

------------------------------------------------- +

Oppervlakte balk = som van de losse oppervlaktes.

 

Of te wel:

oppervlakte onder   = 4 x 8    = 32 cm2

oppervlakte  boven  =            = 32 cm2

oppervlakte voor     = 3 x 8    = 24 cm2

oppervlakte achter  =             = 24 cm2  

oppervlakte  rechts =   3 x 4   = 12 cm2

oppervlakte links    =              = 12 cm2

----------------------------------------------------------------------+

oppervlakte balk =              = 136 cm2

 

Oppervlakte cilinder

 

 

Oppervlakte prisma

 
Opgaven
 
1.  Bereken de oppervlakte van de balk.
q64563img1.gif
 
2. Bereken de oppervlakte van de cilinder.
 
Wiskunde antwoorden
 
3.  Bereken de oppervlakte van de prisma.