9.6 D- toets

Diagnostische toets

 

 

1 Schrijf van elk assenstelsel op wat fout is.

 

 

2 Kim plant een struik in haar tuin. De struik wordt maximaal 1,5 meter hoog.

  Bij de groei van de struik hoort de formule: Hoogte in cm = 18 + 7t

   t =  tijd in maanden. Teken de grafiek in een assenstelsel.

 

 

3 Bij elke grafiek hoort een formule. Schrijf deze formule op.

 

4

a Teken de grafiek y = 5

b Teken de grafiek x = -1

 

 

5 Twee boers willen samen een spelcomputer kopen. Ze zijn aan het sparen. Dit doen ze met de formules:

   spaarbedrag Jan = 50 + 5t

   spaarbedrag Wim =  35 + 6t

   t = tijd in weken.

a Schrijf de somformule op.

b Teken de somgrafiek.

c Bereken hoeveel geld de broers hebben gespaard na 4 weken.

 

 

6 De broers willen weten wie wat spaart en daarvoor maken ze een verschil grafiek.

a Schrijf de verschilformule op van Jan - Wim.

b Teken de verschilgrafiek.

 

 

7 Het verschil tussen invoer en uitvoer heet handelsoverschot.

a Neem de tabel over en vul verder in.

b Teken de verschilgrafiek uitvoer - invoer.

 

8 Los de vergelijkingen op met de balansmethode.

a 6a + 24 = 4a + 48

b 26 + 2x = 13 + x

c 7b - 40 = 50 + 2b

d 11 - p = 2p + 8

 

9 Katja zoekt een tuinbedrijf. Ze gaat op zoek op internet om daar de prijzen te vergelijken.

Klusjesbedrijf Jansen: Kosten = 75 + 1,75a

Klusjesbedrijf Bart:     Kosten = 40 + 2a

a= de oppervlakte in m2.

a Maak een vergelijking van de formules.

b Los deze vergelijking op met de balansmethode.

c Wanneer zijn de klasjesbedrijven even duur?

d Hoe duur zijn ze dan?

e Katja's tuin is 100 m2. Welk bedrijf kan ze het beste nemen?

 

10 2 Stadjes Malen en Erde liggen dicht bij elkaar. Ze houden de hoeveelheid inwoners bij.

In Malen : aantal inwoners = 8200 + 180t

In Erde:    aantal inwoners = 9500 - 170t

Hierin is t  tijd in jaren.

De inwoners van Malen en Erde willen een feest organiseren als het aantal inwoners gelijk is.

a Teken de grafieken.

b Lees af uit de grafieken na hoeveel jaar het inwonersaantal even groot is.

c Controleer dit antwoord met inklemmen.

d In welk jaar wordt het feest gegeven?

 

 

11 Bij de groei van bamboe hoort de formule: hoogte in cm = 10 + 35t
t: tijd in dagen.
Jos heeft zo’n bamboeplant in zijn tuin gezet. Bij zijn plant hoort de vergelijking:
450 =10 + 35t

a Los deze vergelijking op met inklemmen.

b Hoeveel dagen is de eucalyptus van Jos aan het groeien?

 

 

12  Los de vergelijking 241 = 79 - 4,5a op met inklemmen.