4.1 centrummaten

Gemiddelde:

Mediaan:

Modus:

Voorbeeld: 

Opdrachten:

1. 

Voor geschiedenis heb je de volgende vier cijfers gehaald:
5,2    7,3    7,5  en  6,0 
Alle cijfers tellen even zwaar mee.

a

Bereken het gemiddelde. Laat zien hoe je het doet.

b

Voor op het rapport wordt het gemiddelde afgerond op een geheel getal. 
Welk cijfer krijg je op je rapport voor geschiedenis?

 

2.

In de tabel zie je hoeveel boeken een winkelier de afgelopen week heeft verkocht.

dag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag
aantal boeken 280 250 350 275 525 1020

 

Bereken het gemiddeld aantal verkochte boeken per dag.

 

3.

Bekijk de rij getallen.

 4  5  5  5  6  6  7  7  8

 

a

Welk getal is de modus van deze rij getallen?

b

Wat is de mediaan van deze rij getallen?

c

Bereken ook het gemiddelde van deze rij getallen.

 

4. 

Bekijk nu ook deze rij getallen.

16  16  17  14  15  16  19  15  17  17

 

a

Leg uit waarom deze rij getallen geen modus heeft.

b

Wat is de mediaan van deze rij getallen?

c

Bereken ook het gemiddelde van deze rij getallen.

 

5.

Klas 3B heeft een proefwerk Duits gemaakt. De resultaten zie je in de frequentietabel.

cijfer frequentie
5 4
6 8
7 6
8 4
9 2
   
  24

 

a

Welk cijfer is de modus van alle cijfers?

b

Zet de getallen op een rijtje en bepaal de mediaan van deze cijfers.

c

Hoeveel procent van de leerlingen heeft een lager cijfer dan de mediaan?