10.3 Hoeken berekenen met Sinus, cosinus en tangens

Hoeken berekenen met sinus, cosinus en tangens

Instructievideo hoeken berekenen:

 

Opgaven

1 

 

a  Bereken hoek A

b  Bereken hoek E

 

2

a

Vul in. 
Rond je antwoorden af op twee cijfers achter de komma.
cos 77° ≈ ....
cos 26° ≈ ....
cos 40° ≈ ....
cos 45° = ....

b

Bereken de bijbehorende hoek. Rond af op hele graden.
cos∠A =0,5 geeft ∠A = ...°
cos∠B =0,17 geeft ∠B ≈ ...°
cos∠C =0,49 geeft ∠C ≈ ...° 
cos∠D =0,98 geeft ∠D = ...°

 

3

  

a  Bereken hoek A.

b  Bereken hoek Q.

 

4

a  Bereken hoek C.

b  Bereken hoek L.

c  Bereken hoek Q.

 

5  Bereken hoek A in het figuur hieronder.

6  Bereken hoek M in het figuur hieronder.