De snelheid wordt uitgedrukt in twee verschillende eenheden. Namelijk in een eenheid van lengte en een eenheid van tijd. Dit wordt een samengestelde eenheid genoemd.
Toelichting:
De (gemiddelde) snelheid is te berekenen door de afgelegde weg te delen door de tijd.
Stel dat een fietser een afstand aflegt van 9 km in 30 minuten. Wat is dan de snelheid per minuut en per uur?
Voorbeelden:
1 km = 1000 m en 1 m = 100 cm
1 uur = 60 minuten = 3600 seconden
16 m/uur = 16 x 100 = 1 600 cm/uur
15 000 m/sec = 15000 : 1000 = 15 km/sec
80 m/sec = 80 x 60 = 4800 m/minuut
4 200 m/uur = 4200 : 60 = 70 m/minuut
7 100 cm/sec = 7100 : 100 x 3600 = 255 600 m/uur
10 m/sec = 10 : 1000 x 3600 = 36 km/uur
Let goed op wanneer je bij het omrekenen moet vermenigvuldigen of delen.
De eenheden van snelheid zijn km/uur (kilometer per uur) en m/s (meter per seconde). Met een verhoudingstabel kun je de eenheden van snelheid omrekenen.
Nathan loopt 100 meter in 25 seconden.
Aanpak:
: 25 x 60 x 60
Tijd |
25 sec. |
1 sec. |
1 min. |
1 uur |
Afstand |
100 m |
4 m |
240 m |
14400 m |
: 25 x 60 x 60
Trucje:
x 3,6
---------------->
m/s km/uur
<-------------------
: 3,6
Opgaven
1
a Karel loop 2,5 km in 1 kwartier. Hoeveel kilometer is dat per uur?
b Jaap fietst 5 meter per seconde. Met een verhoudingstabel kun je zijn
snelheid in km per uur berekenen. Vul de tabel in.
Tijd |
1 sec. |
1 min. |
1 uur |
Afstand |
5 m |
|
|
Hoeveel km per uur fietst Jaap?
2 Een hardloper loopt 300 meter in 42 seconde.
a Hoeveel m/s is zijn snelheid?
b Hoeveel km/uur is dat?
3 Een auto rijdt 110 m/s. Hoeveel km/uur is dit?
4
a 40 m/s = ...km/uur
b 56 km/uur = ...m/s
c 50 km/uur = ...m/s
d 2 m/s = ...km/uur