Gemiddelde:
Mediaan:
Modus:
Voorbeeld:
Opdrachten:
1.
Voor geschiedenis heb je de volgende vier cijfers gehaald:
5,2 7,3 7,5 en 6,0
Alle cijfers tellen even zwaar mee.
a |
Bereken het gemiddelde. Laat zien hoe je het doet. |
b |
Voor op het rapport wordt het gemiddelde afgerond op een geheel getal. |
2.
In de tabel zie je hoeveel boeken een winkelier de afgelopen week heeft verkocht.
dag | maandag | dinsdag | woensdag | donderdag | vrijdag | zaterdag |
aantal boeken | 280 | 250 | 350 | 275 | 525 | 1020 |
Bereken het gemiddeld aantal verkochte boeken per dag.
3.
Bekijk de rij getallen.
4 | 5 | 5 | 5 | 6 | 6 | 7 | 7 | 8 |
a |
Welk getal is de modus van deze rij getallen? |
b |
Wat is de mediaan van deze rij getallen? |
c |
Bereken ook het gemiddelde van deze rij getallen. |
4.
Bekijk nu ook deze rij getallen.
16 | 16 | 17 | 14 | 15 | 16 | 19 | 15 | 17 | 17 |
a |
Leg uit waarom deze rij getallen geen modus heeft. |
b |
Wat is de mediaan van deze rij getallen? |
c |
Bereken ook het gemiddelde van deze rij getallen. |
5.
Klas 3B heeft een proefwerk Duits gemaakt. De resultaten zie je in de frequentietabel.
cijfer | frequentie |
5 | 4 |
6 | 8 |
7 | 6 |
8 | 4 |
9 | 2 |
24 |
a |
Welk cijfer is de modus van alle cijfers? |
b |
Zet de getallen op een rijtje en bepaal de mediaan van deze cijfers. |
c |
Hoeveel procent van de leerlingen heeft een lager cijfer dan de mediaan? |