3.4 Van grafiek naar formule

Titel verticale as = begingetal +/- stapgrootte x titel horizontale as

 

Begingetal = Op welke hoogte snijdt de grafiek de verticale as?

+/- Bij een stijgende grafiek een + Bij een dalende grafiek een -

Stapgrootte = Kies 2 punten op de grafiek die je makkelijk af kan lezen. Doe de deling: verticaal verschi: horizontaal verschil. 

 

 

Hieronder uitleg met een paar filmpjes:

 

 

 

 

 

 

 
Opdrachten:


 

1.

a

Teken een assenstelsel. Zet bij de horizontale as de variabele getal en bij de verticale as de variabele uitkomst.
Teken in het assenstelsel de punten A(2,3) en B(6,5).
Teken een rechte lijn door de punten A en B.

b

In welk punt snijdt de lijn de verticale as?

c

Hoe groot is de stapgrootte?

d

Maak een formule bij het verband tussen getal en uitkomst.

 

2.

a

Teken een assenstelsel. Zet bij de horizontale as de variabele getal en bij de verticale as de variabele uitkomst.
Teken in het assenstelsel de punten A(2,6) en B(6,4).
Teken een rechte lijn door de punten A en B.

b

In welk punt snijdt de lijn de verticale as?

c

Hoe groot is het stapgrootte?

d

Maak een formule bij het verband tussen getal en uitkomst.

 

3.

Voor het bepalen van de proefwerkcijfers heeft een leraar de volgende tabel gemaakt.

aantal punten 0 4 8 12 16 20 24 28 32 36
cijfer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

 

a

Vul in:
Als je bij de tabel een grafiek tekent, gaat de grafiek door (0,....)
De stapgrootte van de grafiek is ..... .

b

Maak een formule bij het verband tussen het aantal punten en het cijfer.

c

Reken met de formule uit welk cijfer je krijgt als je 30 punten hebt gehaald.


4. Geef bij de volgende grafieken de formule:

 

5. Geef van de volgende grafieken de formule:

 

6. Geef de formules van onderstaande grafieken.