Opdracht 2

Gegeven zijn de volgende vraag- en aanbodfuncties:
qv = −15P + 6.000 en qa = 10P − 1.500 (P in euro’s en Q in stuks)

1. Bereken de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid.
2. Bereken de omvang van het consumentensurplus.
3. Bereken de omvang van het producentensurplus.

De overheid besluit een accijns te heffen van 25 euro per product.

4. Leidt de nieuwe aanbodfunctie af.
5. Bereken de nieuwe evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid.
6. Bereken het totale accijnsbedrag dat de overheid ontvangt.
7. Als we het totale surplus als maatstaf voor welvaart hanteren, is de welvaart dan toegenomen of afgenomen? Licht je keuze toe met behulp van een berekening.