Samenvatting

De 10 tekenregels (van Groot Goylant)

  1. Maak grote tekeningen, gebruik het hele blad.
  2. Gebruik een scherp HB-potlood.
  3. Kleur alleen met kleurpotloden, dus niet met stiften.
  4. Teken met duidelijke strakke lijnen, niet schetsen.
  5. Teken wat je zelf ziet.
  6. Maak de tekening niet te ingewikkeld.
  7. Zet bij de tekening welk organisme, of deel van organisme je hebt getekend en wat de de vergroting is.
  8. Zet erbij of de tekening schematisch of natuurgetrouw is.
    Zet erbij of je tekening een buitenaanzicht, lengte- of dwarsdoorsnede is.
  9. Trek met een liniaal horizontale lijntjes vanaf de onderdeel die je kunt benoemen en schrijf de naam achter de lijn.
  10. Controleer je werk.