Tijdens de lessen Engels van dit jaar gaan we werken aan de verschillende taalvaardigheden: lezen, luisteren, spreken en schrijven. In je verdere schoolcarrière blijf je aan deze taalvaardigheden werken, dit zijn namelijk de cornerstones van elke taal! Een taal is opgedeeld in verschillende niveaus. Zie hiervoor de onderstaande afbeelding:
Op het eind van leerjaar 1 is het de bedoeling dat je op niveau A1/A2 zit. Om dat te bereiken gaan we werken aan verschillende leerdoelen die per taalvaardigheid geformuleerd zijn.
Op bovenstaand overzicht staan alle leerdoelen voor de verschillende taalvaardigheden. Dat zijn er veel! We zullen ze hieronder per taalvaardigheid neerzetten:
Voor luisteren hebben we dit jaar de volgende doelen en subdoelen:
Ik luister naar iemand die Engels tegen mij praat.
Ik begrijp alledaagse uitdrukkingen zoals begroeten, bedanken, me voorstellen, wat iets kost, hoe laat het is, ...
Ik luister naar een gesprekje tussen mensen die Engels praten
Ik begrijp waar alledaagse gesprekken waarin mensen zich aan elkaar voorstellen.
Ik luister naar mededelingen en instructies
Ik begrijp eenvoudige vragen, opdrachten, aanwijzingen van mijn docent.
Ik versta duidelijk gesproken woorden zoals getallen, de tijd, dagen, maanden, wat iets kost.
Ik kijk en luister naar TV, video- en geluidsopnames
Ik begrijp het onderwerp van videoclips/onderwerpen in het jeugdjournaal.
Voor lezen hebben we dit jaar de volgende doelen en subdoelen:
Ik lees om me ergens op te oriënteren
Ik vind online informatie over prijzen, openingstijden, ...
Ik kies iets uit een menu, ...
Ik begrijp eenvoudige informatie op posters, mededelingenborden, ...
Ik lees correspondentie
Ik begrijp korte eenvoudige berichtjes op social media, mailtjes, kaarten, ...
Ik lees instructies
Ik begrijp eenvoudige, korte, goed gestructureerde instructies zoals routebeschrijvingen, ...
Ik begrijp instructies bij lesmateriaal.
Ik lees om informatie op te doen
Ik begrijp korte teksten met plaatjes met informatie over het weer, een bekend persoon, concert, ...
Voor schrijven hebben we dit jaar de volgende doelen en subdoelen:
Ik schrijf een notitie
Ik schrijf eenvoudige berichtjes op social media/noteer datum, tijd, ..,.
Ik kan feedback geven aan klasgenoten, huiswerk noteren, etc.
Ik vul een formulier in
Ik kan persoonlijke gegevens invullen.
Ik correspondeer
Ik schrijf (digitale) kaarten met een groet, regel afspraken via mailtjes.
Ik schrijf vrij
Ik schrijf korte eenvoudige zinnen over mezelf als introductie/tekst bij een cartoon of foto, ...
Voor spreken hebben we dit jaar de volgende doelen en subdoelen:
Ik spreek een groepje mensen toe
Ik lees korte, vooraf geoefende mededelingen voor aan een groep.
Ik vertel iets
Ik informatie over mezelf geven.
Ik kan iemand of iets beschrijven.
Voor gesprekken voeren hebben we dit jaar de volgende doelen en subdoelen:
Ik regel iets
Ik vraag om iets/geef iets/bedank voor iets.
Ik geef aantallen, kosten, datum, tijd, ... door.
Ik voer een gesprekje
Ik stel mezelf voor/groet iemand/neem afscheid/vraag hoe het met iemand gaat/reageer op hun verhaal.
Ik wissel informatie uit
Ik stel en beantwoord vragen/geef de tijd/zeg wat ik wel of niet leuk of lekker vind/vraag om duidelijkheid.