Haben of sein?
De voltooid tegenwoordige tijd bestaat uit twee delen:
- Hilffsverbe (hulpwerkwoord) haben of sein und
- Partizip II (het voltooid deelwoord)
Welke vorm van haben of sein je gebruikt, hangt af van het onderwerp.
Je weet inmiddels hoe je deze twee hulpwerkwoorden vervoegt.
In de meeste gevallen gebruik je in het Duits hetzelfde hulpwerkwoord als in het Nederlands.
Voorbeeld:
Ich habe eine Pizza gegessen. - Ik heb een pizza gegeten.
Ich bin in der Schule gewesen. - Ik ben op school geweest.
Zoals altijd zijn er uitzonderingen: www.duits.de
Mache die Übungen: