Wortschatz - 4

In den folgenden Übungen lernst du mehr Wörter, zum Thema Schule.
In de volgende oefeningen leer je meer woorden bij het thema Schule.

Wie sagt man...
Schreibe die folgenden Sätze in dein Heft.

Öffne die

 Woordenlijst Aussagen A

Übe die Sätze mit StudioWozzol und lerne sie.
Leer de zinnen en woordjes.

Schreibe die folgenden Sätze in dein Heft. Wie sagst du auf Deutsch:
Schrijf de volgende zinnen in je schrift. Hoe zeg je in het Duits:

  1. Ik zit in klas 3.
  2. Ik heb goede cijfers voor wiskunde en Frans.
  3. Ik heb slechte cijfers voor Duits.
  4. Ik hoop dat ik overga.
  5. Ik ben nog nooit blijven zitten.

Kontrolliere und verbessere eventuell.
Controleer en verbeter eventueel je tekst.

Voer nu samen met je klasgenoot een minigesprek, waarin je de woorden en zinnen van StudioWozzol-lijst Aussagen A gebruikt. Pas de vragen en antwoorden aan aan jouw situatie.

Reagieren
Öffne die

 Woordenlijst Aussagen B

Übe die Sätze mit StudioWozzol und lerne sie.
Oefen de woordjes en zinnen.

Schreibe diese Sätze auf Deutsch in dein Heft.
Vertaal de volgende zinnen in het Duits in je schrift.

  1. Ik heb een toets gemaakt en vond de vragen heel moeilijk.
  2. Ik ben net klaar met deze opdracht.
  3. Meneer Schwarze, kunt u mij dat uitleggen?
  4. Ik ben mijn schrift vergeten, sorry.
  5. Ik heb een 10 voor Natuurkunde gehaald.

Vergelijk je zinnen met de zinnen van een klasgenoot.