Sprechen: Wochenendpläne

Wochenendpläne - A1
Demnächst kommt deine deutsche Freundin/dein deutscher Freund zu Besuch. Telefonisch oder über Skype macht ihr schon Pläne für das Wochenende.
Binnenkort komt je Duitse vriend(in) op bezoek. Via de telefoon of skype maken jullie alvast plannen voor het weekend.

Aufgabe - Je taak:
Zusammen mit einem Mitschüler machst du das Gespräch. Verarbeite im Gespräch was ihr machen wollt und wann ihr das machen wollt
Maak samen met een medeleerling het gesprek.
Verwerk in het gesprek informatie over wat jullie willen doen en wanneer jullie dat willen doen.


 

Planung - Stappenplan:

  1. Mache eine Liste mit Wörtern, die du brauchst. Verwende "Begrippen" und/oder ein (Online-)Wörterbuch, die StudioWozzol-Listen und den Werkzeugkasten.
  2. Mache zusammen mit deinem Partner das Gespräch. Schreib nicht das ganze Gespräch auf, sondern nur Stichwörter.
  3. Plant mindestens fünf verschiedene Aktivitäten.
  4. Achtet auf eine gute Verteilung der Fragen und Antworten.
  5. Übt das Gespräch.
  6. Präsentiert das Gespräch eurem Lehrer oder der ganzen Klasse. Ihr dürft einen Spickzettel mit maximal fünf Wörtern benutzen.
  1. Verzamel woorden en zinnen die je nodig hebt in je schrift. Gebruik een (online) woordenboek, de StudioWozzol-woordenlijsten en de Werkzeugkasten.
  2. Maak samen met je partner het gesprek. Schrijf niet het hele gesprek op, maar alleen steekwoorden.
  3. Spreek minimaal vijf verschillende activiteiten af.
  4. Let op een goede verdeling van vragen en antwoorden.
  5. Oefen samen het gesprek.
  6. Presenteer het gesprek in de klas of aan je docent. Je mag er een briefje met maximaal vijf woorden bijhouden.