Ins Kino gehen

Kinokarten telefonisch reservieren
Situation: Situatie:
Du bist mit deinen Eltern ein Wochenende in Münster. Heute Abend wollt ihr ins Kino gehen.
Je bent samen met je ouders voor een weekend in Münster. Jullie willen's avonds naar de bioscoop gaan.

Wähle einen Film: Kies een film www.cineplex.de

Aufgabe - Je taak:
Du bestellst telefonisch Karten fürs Kino.
Je bestelt telefonisch kaartjes voor een film.


A Zusammen mit einem Mitschüler übersetzt du die folgenden Wörter ins Deutsche.
Werk samen met een medeleerling. Vertaal de woorden naar het Duits.
Gebruik de Werkzeugkasten en/of een (online) woordenboek.

  1. de bioscoopkaartjes
  2. gesynchroniseerd
  3. er zijn
  4. vrije plaatsen
  5. ophalen
  6. reserveren

 

B Führt das Gespräch. Benutzt die Rollenkarte 1 en Rollenkarte 2 , die Wörter aus Aufgabe A und die vorige Übungsserie. Tauscht auch die Rollen.
Maak samen het gesprekje. Gebruik de Rollenkarte 1 en Rollenkarte 2 en de woorden van onderdeel A. Wissel ook van rol.
 

C Lasst das Gespräch von eurem Lehrer beurteilen.
Laat de docent(e) jullie gesprek beoordelen.