Auf dem Markt

Immer mehr Leute gehen zum Einkaufen auf den Markt. Du hörst ein Beispiel aus Ungarn.
Steeds meer mensen gaan voor hun boodschappen naar de markt. Je gaat luisteren naar een voorbeeld uit Hongarije.

Starte den Audioplayer, höre dir den Text an und beantworte die Fragen (Oefening 1).
Start de audiospeler, luister naar de tekst en beantwoord de vragen.

 

Was gehört zusammen? 
Mache jetzt 'Oefening 2'. Wähle die passende Übersetzung.
Maak nu 'Oefening 2'. Kies de juiste vertaling.

 

Und du?
Märkte gibt es nicht nur in Ungarn, sondern auch in Deutschland und den Niederlanden. Auf manchen Märkten kann man einfach alles kaufen, andere Märkte haben nur bestimmte Waren, z.B. Blumen oder Autos.
Niet alleen in Hongarije maar ook in Duitsland en Nederland zijn er volop markten.
Op sommige markten kan je van alles kopen, andere zijn gespecialiseerd in bv. bloemen of auto's.


Denke kurz über die folgenden Fragen nach und besprich sie dann in einer Gruppe.
Denk even over de volgende vragen na en bespreek ze dan in een groepje.

  1. Wie oft gehst du auf den Markt?
    Hoe vaak ga jij naar de markt?
  2. Was kaufst du auf dem Markt?
    Wat koop je op de markt?
  3. Warum gehst du auf den Markt?
    Waarom ga je naar de markt?
  4. Bist du schon mal auf einem Markt in Deutschland gewesen?
    Ben je al eens op een Duitse markt geweest?
  5. Was war dort anders als auf einem niederländischen Markt?
    Wat was daar anders dan op een Nederlandse markt?