Du kaufst Bananen und Himbeeren auf dem Markt.
Je koopt bananen en frambozen op de markt.
A
Kombiniere die Sätze in der richtigen Reihenfolge.
Schreibe das Gespräch (wenn es 100% stimmt) in dein Heft.
Zet de zinnen in de juiste volgorde.
Schrijf het gesprek (als het helemaal goed is) in je schrift.
Mache die Übung:
B
Übersetzt die Wörter ins Deutsche. Benutzt den Werkzeugkasten und/oder ein (Online-)Wörterbuch.
Vertaal de woorden naar het Duits. Gebruik de Werkzeugkasten en/of een (online) woordenboek.
C
Werk samen met een klasgenoot. Maak samen gesprekjes op de markt.
Gebruik de zinnen en woorden van onderdeel A en B. Wissel ook van rol.