Hier lernst du die Grammatik, die du brauchst um die aufgaben zum Thema Alltag erfolgreich machen zu können. Om de opdrachten die bij dit thema horen goed wilt zul je ook iets moeten weten over de taalregels, de grammatica.
Du lernst: - Je leert:
die Modalverben (Konjugation) modale hulpwerkwoorden (vervoeging)
Konjugation des Verbs 'wissen' de vervoeging van het werkwoord 'wissen'
den 1.Fall (=Nominativ) vom Personalpronomen. de eerste naamval (= onderwerp) van het persoonlijk voornaamwoord.
den 4. Fall (= Akkusativ) vom Personalpronomen. de vierde naamval (lijdend voorwerp) van het persoonlijk voornaamwoord.