Opdracht in de les:
Je doet in een supermarkt in Engeland of Frankrijk boodschappen voor het ontbijt. Je vraagt hierbij naar bepaalde producten en hoeveelheden. Daarnaast houdt je een gesprek met je vriend(in) over wat je wel en niet lekker vindt.
--> Je houdt een dialoog van twee minuten met een personeelslid van een supermarkt. Hiervoor heb je een boodschappenlijst gemaakt en heb je de ingrediƫnten ingedeeld op afdeling. Je kunt hierbij vertellen wat je wel en niet lekker vindt. Ook kun je in de winkel vragen naar een bepaald product en wat iets kost. Hiervoor gebruik je beleefdheidsformules om iets te vragen of te bedanken.
Opdracht ter plaatse:
Vraag twee inwoners van het land een voor hun typisch ontbijt te beschrijven. Neem dit op met een mobieltje. Zoek deze gerechten op in een winkel en bereken de prijs.