| Aan de slag | ||
| Stap | Activiteit | |
| Stap 1 | ![]() |
Je maakt kennis met de vier verschillende bloedgroepen. |
| Stap 2 | ![]() |
Bloedgroepen kun je niet zomaar combineren. In deze stap leer je welke bloedgroepen je kunt combineren. |
| Stap 3 | ![]() |
Als een moeder zwanger is kan de resusfactor gevaarlijk zijn voor de baby. Daarover leer je in deze stap. |
| Stap 4 | ![]() |
Hoe weet je nou wat iemands bloedgroep is? Dat doe je met antistoffen. Hoe? Dat leer je in deze stap. |
| Stap 5 | ![]() |
Je maakt een oefening om te kijken of jij ook met antistoffen de bloedgroep aan kunt tonen. |
| Stap 6 | en ![]() |
Welke bloedgroepen zijn er mogelijk als je ouders een bepaalde bloedgroep hebben? Dat ontdek je in deze stap. |
| Afronding | ||
| Onderdeel | Activiteit | |
| Begrippenlijst | ![]() |
Hier vind je de begrippen van de opdracht bloedtransfusie. |
| Eindopdracht A | ![]() |
Je maakt een toets over het onderwerp bloedtransfusies. |
| Eindopdracht B | ![]() |
Je maakt een eigen les die je aan klasgenoten kunt geven. |
| Terugkijken | ![]() |
Terugkijken op de opdracht. |

Benodigdheden
Eindopdracht B: eventueel materiaal dat aansluit bij de te geven les.
Tijd
Twee lesuren.