Bloed bestaat voor ongeveer de helft uit plasma. De andere helft bestaat uit bloedcellen.
De rode bloedcellen vormen het grootste bestandsdeel van de bloedcellen. Op de rode bloedcellen bevinden zich eiwitten die niet bij iedereen hetzelfde zijn. Als twee mensen verschillende eiwitten op hun rode bloedcellen hebben, dan hebben ze een verschillende bloedgroep.
Heb je bloedgroep A, dan betekent dit dat eiwit A op je rode bloedcellen zit.
Iemand met bloedgroep B heeft eiwit B op zijn rode bloedcellen.
Heb je zowel eiwit A als B op je rode bloedcellen, dan heb je bloedgroep AB.
Er zijn ook mensen met de bloedgroep O; die hebben geen eiwit A of B op hun bloedcellen.
Voordat de bloedgroepen werden ontdekt was een bloedtransfusie vaak dodelijk.
Het is namelijk heel belangrijk om vóór een bloedtransfusie de bloedgroep van de patiënt en de bloedgroep van de donor te bepalen.
Lees de informatie in deze video van Bioplek maar eens.
Als het te snel gaat kun je hem even op pauze zetten.
Welke gebeurt er met het bloed als de verkeerde bloedgroepen worden gemengd? Bespreek het met een klasgenoot.