Eindopdracht: Kruisingsschema

Als eindopdracht van deze opdracht maak je twee opdrachten met kruisingsschema's.

Je maakt twee kruisingsschema's in een tekstdocument. Dit document lever je in bij je docent.

Kruisingsschema A:
Je hebt varkens met een rechte staart en varkens met een krulstaart.
Het gen voor de rechte staart R is dominant, het gen voor de krulstaart r is recessief.

a Maak een kruisingsschema waarbij je twee heterozygote varkens (met een rechte staart) jongen laat krijgen.

b Hoe groot is de kans op een big met een rechte staart?

 

Kruisingsschema B:
Je hebt varkens met een blauwe ogen en varkens met een bruine ogen.
Het gen voor de blauwe ogen B is dominant, het gen voor bruine ogen b is recessief.

a Maak een kruisingsschema waarbij je een heterozygoot varken met blauwe ogen kruist met een varken met bruine ogen.

b Hoe groot is de kans op een big met een bruine ogen?

 

Zorg dat je beide schema's netjes in het tekstdocument verwerkt.

Beoordeling

Klaar?
Lever je tekstdocument in bij je docent.