Eindopdracht: Planten

Als eindopdracht van dit thema ga je een poster maken.
Voor deze poster kies je één zaadplant uit. Over deze plant ga je op je poster informatie vertellen.

Je begint je poster (A3-formaat) met in het midden een afbeelding van de plant.
Daaromheen ga je informatie over de plant weergeven.
Deze informatie laat je zien in woord en in beeld.
Je poster bevat in ieder geval de volgende informatie over je plant:

Je kunt er ook voor kiezen om je poster digitaal te maken. Kies dan voor het werken met Padlet.
Hier vind je een goede uitleg om met Padlet te werken.

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van je poster op het volgende:

Klaar?
Lever je poster in bij je docent.
Eventueel kiest je docent een aantal posters uit die gepresenteerd worden aan de klas.

 

 

 

 

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Natuurgetrouwe tekening maken

In een natuurgetrouwe tekening verwerp je veel meer details dan in een schematische tekening. Je zorgt ervoor dat je het object zo realistisch mogelijk weergeeft.

 

Schematische tekening maken

Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.