Wat kan ik straks?
Na deze opdracht kan ik:
- de begrippen herbivoren, carnivoren en omnivoren beschrijven.
- voorbeelden noemen van herbivoren, carnivoren en omnivoren.
- in je eigen woorden uitleggen wat de verschillen zijn in het gebit van de herbivoren, carnivoren en omnivoren.
- de verschillen in omvang van het verteringsstelsel tussen herbivoren, carnivoren en omnivoren uitleggen.