Wat kan ik straks?
Na deze opdracht kun je:
- benoemen dat organismen zijn onder te verdelen in een ordeningssysteem: in vier rijken.
- door de verschillen tussen cellen van een organisme te bekijken, vaststellen tot welk rijk een organisme behoort.
- beschrijven wat bedoeld wordt met een inwendig en uitwendig skelet.
- het dierenrijk onderverdelen in acht hoofdafdelingen.
- van elke afdeling kenmerken benoemen en aan de hand hiervan met een voorbeeld toelichten welke dieren tot deze afdeling behoren.
- de vijf verschillende klassen opnoemen waaruit de hoofdafdeling gewervelden bestaat.