Stap 1: Samenstelling botten

Kalk en lijmstof

Bestudeer uit het Kennisbankitem 'Van schedel tot ledematen' de pagina 'Samenstelling van het bot'.

Van schedel tot ledematen

Je geraamte moet wel tegen een stootje kunnen en dus stevig zijn. De botten zijn daarom erg hard en heel erg sterk.
Een bot bestaat gewoonlijk uit been en voor de geboorte uit kraakbeen. Enkele botten zoals in je neus en oorschelp blijven uit kraakbeen bestaan. Been bestaat uit beencellen, kalk en lijmstof.

Kalk ken je vast wel, want stoepkrijt is ook van kalk.
Kalk is stevig, maar ook broos. Als je een stukje stoepkrijt probeert te buigen, breekt het.
Lijmstof is net een soort gum. Het is gemakkelijk in elkaar te drukken, maar veert daarna weer terug. Stevig is deze lijmstof dus niet, maar wel erg soepel. Ook is het kleverig: vroeger maakte men er lijm van (beenderlijm).

Het binnenste van een bot, het beenmerg, is zacht. Beenmerg speelt een belangrijke rol bij het vormen van botweefsel.
In het beenmerg worden bloedcellen aangemaakt.
Bij kinderen gebeurt dit in alle beenderen, bij volwassenen alleen in de platte beenderen zoals de schedel, ribben, schouderbladen en het bekken.
Kalk en lijmstof zorgen samen voor een stabiel skelet, zodat het lichaam zijn vorm behoudt.

In de volgende video wordt alles nog een keer uitgelegd. Let goed op de samenstelling van bot. Daarover ga je straks vragen beantwoorden.