Aan de slag |
||
Stap |
Activiteit |
|
Stap 1 |
|
Na het bestuderen van de Kennisbank kun je in een oefening aangeven op welke manier je bloedsomloop functioneert. |
Stap 2 |
|
Je voert het practicum hartslag meten uit en meet je hartslag voor én na inspanning. Daarover schrijf je een onderzoeksverslag. |
Stap 3 |
|
Het aantal hartslagen per minuut heeft onder andere te maken met de grote van een dier. Je koppelt de juiste frequentie aan het juiste dier. |
Stap 4 |
|
Je bestudeert de binnen en de buitenkant van het hart. Daarna geef je in een oefening aan hoe de verschillende onderdelen van het hart allemaal heten. |
Stap 5 |
|
Bloedvaten worden vaak genoemd naar het orgaan waar ze naar toe lopen. Je gaat op zoek naar verschillende namen van (slag)aders en haarvaten. |
Stap 6 |
|
Je ontleedt het hart van een schaap en schrijft hier een onderzoeksverslag over. |
Afronding |
||
Onderdeel |
Activiteit |
|
Begrippenlijst |
|
Hier vind je de Kennisbank en de begrippen van de opdracht hart en bloedsomloop. |
Eindopdracht A |
|
Je maakt een toets die hoort bij de opdracht hart en bloedsomloop. |
Eindopdracht B |
|
Je voert een inspanningsonderzoek uit en schrijft hier een onderzoeksverslag over. |
Terugkijken |
|
Terugkijken op de opdracht. |
Benodigdheden
Tijd
Voor de hele opdracht heb je ongeveer drie lesuren nodig.