Als je kiest voor eindopdracht B, ontwikkel je een spel.
Eindopdracht B:
Als je kiest voor deze eindopdracht maak je een spel naar keuze. Je kunt bijvoorbeeld een kwartet maken, een ganzenbord of memory.
Kies minimaal 8 begrippen uit de begrippenlijst.
Bedenk een spel waarbij je deze 8 begrippen kunt gebruiken. Let goed op:niet alleen de begrippen, maar ook de betekenis moet zichtbaar zijn in je spel.
Zorg dat je de benodigde materialen bij elkaar krijgt. Denk bijvoorbeeld ook aan een dobbelsteen als je die nodig hebt. Vraag eventueel je docent om hulp.
Werk je spel verder uit. Zorg dat er echt mee gespeeld kan worden.
Laat je spel spelen door één of meerdere klasgenoten.
Vraag om feedback op je spel en pas je spel waar mogelijk aan.
Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling op het volgende:
het spel bevat minimaal 8 begrippen.
de betekenis van de begrippen is duidelijk in het spel.
het spel is compleet en kan gespeeld worden
het spel ziet er netjes en verzorgd uit.
het is duidelijk hoe het spel gespeeld moet worden (maak spelregels als je geen standaard spel zoals memory/ganzenbord/kwartet maakt)