Begrippenlijst

Plantenweefsels

Bouw van zaadplanten

Bastvaten
Transportkanalen in de stengel; vervoeren geproduceerde suikers van de bladeren richting de wortels. In het vroege voorjaar (wanneer de plant nog geen bladeren heeft) worden suikers vervoerd van de wortels naar de bladeren voor snelle groei.

Determineren
Bij determineren zoek je uit met welke plant je te maken hebt en hoe deze soort heet. Dit doe je door verschillende kenmerken langs te lopen.

Houtvaten
Transportkanalen in de stengel; vervoeren water en mineralen van de wortels richting de bladeren en bloemen.

Penwortel
Een dikke hoofdwortel.

Stengel
Hoofdas van een plant die bladeren en eventueel bloemen draagt en water, mineralen en suikers vervoert.

Vaatbundels
In vaatbundels komen de bast- en houtvaten samen.

Vaten
Kleine buisjes die zorgen voor het transport van stoffen in planten.

Wortelharen
Uitgegroeide opperhuidcellen, die water en mineralen opnemen uit de bodem.

Wortels
Ondergronds deel van een plant met de functies: water en mineralen uit de bodem opnemen, reservestoffen opslaan en de plant vastzetten in de grond.

Zetmeel
Zetmeel, een koolhydraat, is de vorm waarin glucose wordt opgeslagen in bladeren.