|
Buis van Eustachius
Buis die het binnenoor verbindt met de keelholte. Door slikken of geeuwen kun je je oren 'klaren': lucht wordt dan aan- of afgevoerd en daarbij wordt de luchtdruk aan beide kanten van het trommelvlies gelijk.
|
|
Decibel
De eenheid waarin geluidssterkte wordt uitgedrukt.
|
|
Evenwichtszintuig
Met vloeistof gevulde kanalen vlak bij het slakkenhuis; het verzamelt informatie over bewegingen van het lichaam en houdt het lichaam in evenwicht.
|
|
Gehoorbeentjes
Drie kleine botjes in het middenoor, die geluidstrillingen doorgeven aan het slakkenhuis. Deze gehoorbeentjes zijn hamer, aambeeld en stijgbeugel.
|
|
Gehoorcentrum
Deel van de hersenen dat impulsen van de gehoorzenuw verwerkt.
|
|
Gehoorzenuw
Geeft impulsen van het oor door aan de grote hersenen.
|
|
Geluid
Geluid is een trilling van de lucht.
|
|
Horen
Het waarnemen van geluid (hoog/laag, hard/zacht) met de oren (gehoorzintuig).
|
|
Slakkenhuis
Deel van het binnenoor, gevuld met vloeistof. Het ontvangt geluidstrillingen van de gehoorbeentjes en zet deze om in elektrische signalen. Zintuigcellen in het slakkenhuis geven de signaaltjes door aan de gehoorzenuw.
|
|
Trilharen
'Haartjes' op slijmvliescellen, o.a. neusslijmvlies, die ervoor zorgen dat vuil, slijm en ziekteverwekkers naar buiten worden gewerkt. Bijvoorbeeld in de luchtpijp: ziekteverwekkers komen via de trilharen in de mondholte, waar je ze inslikt. In de maag worden de ziekteverwekkers onschadelijk gemaakt.
|
|
Trommelvlies
Deel van het oor; het vlies gaat trillen door geluidstrillingen en geeft deze trillingen door aan de gehoorbeentjes.
|