|
Aan het einde van dit thema kan ik:
|
Opdracht
|
- twee manieren beschrijven waarop botten met elkaar verbonden zijn.
- twee onderdelen van een gewricht benoemen en de functie ervan omschrijven.
- het verschil tussen een kogel-, rol- en scharniergewricht uitleggen.
- omschrijven wat het belang en de werking van spieren is.
|
bewegen |
- benoemen waar botten uit bestaan.
- aangeven waarvoor kalkstof en lijmstof belangrijk zijn.
- omschrijven hoe de samenstelling van botten in de loop van je leven verandert.
|
botten |
- benoemen waarom een goede lichaamshouding belangrijk is.
- uitleggen hoe ik het beste iets kan optillen.
- een ander aanwijzingen geven over zijn/haar zit- of tilhouding.
|
lichaamshouding |
- uitleggen wat de functies van het skelet zijn.
- de beenderen van het skelet benoemen.
- vijf verschillende botgroepen benoemen.
- verschillen tussen zoolgangers, teengangers en topgangers benoemen.
|
skelet |
- de verschillende onderdelen van de wervelkolom benoemen.
- aangeven waardoor de wervelkolom kan bewegen.
- omschrijven wat een hernia is.
|
wervelkolom |