Zoekkaarten
De docent legt een (flink) aantal zoekkaarten neer.
Ook deelt de docent foto's van een paar planten en dieren uit. Of, indien aanwezig, de levende organismen. In elk geval controleert de docent van tevoren of de voorbeelden te vinden zijn op de zoekkaarten.
Het is aan de leerlingen om de juiste zoekkaart te kiezen en om de juiste naam van het organisme te vinden.
Bijvoorbeeld: tonderzwam, merel, aardhommel, snuitkever, grote beer, zweefvlieg, kokkel, hondsdraf, kleine vos, takje van een fijnspar, kegel van de fijnspar, gewone pantserjuffer, vlokreeft, bosmuis.