Stap 3: Godsdiensten

Het christendom, het boeddhisme, de islam, het hindoeïsme en het jodendom zijn wereldgodsdiensten.

Elke godsdienst heeft wel een paar wetten en regels over eten.
Daarover gaat deze stap.

Christendom
In het christendom mag eigenlijk alles gegeten worden.
Op feestdagen worden er wel speciale dingen gegeten.
Ook kennen katholieken een vastenperiode.
Deze periode duurt 40 dagen tussen carnaval en Pasen.

Islam
De Koran is het boek van de islam.
In de Koran staan onder andere ook voedingsvoorschriften.

Volgens de islamitische wetten zijn voedingsmiddelen onder te verdelen in halal en haram.

Halal betekent letterlijk; toegestaan, wettelijk of rein.
Haram betekent; niet toegestaan, niet wettelijk of onrein.

Haramproducten zijn bijvoorbeeld producten op basis van bloed, varkensvlees en het vlees van dieren die aan een natuurlijke dood zijn gestorven (niet geslacht) of die niet in naam van Allah werden geslacht.
Ramadan is de vastenmaand waarbij moslims niets eten en niets drinken tussen zonsopgang en zonsondergang.
De ramadan wordt afgesloten met het Suikerfeest.

Kijk goed naar onderstaande video op de site van Schooltv.
Welke regels rondom voeding tijdens de ramadan, komen in de video aan bod?

Video: Ramadan 


Jodendom
Joden houden zich ook aan bepaalde regels voor eten en drinken.
Ze eten koosjer.
Dat betekent: ze eten alleen dingen die volgens de bijbel en de tradities toegestaan zijn.

Zo is het verboden bloed te eten of te drinken.
Melk- en vleesproducten worden nooit samen gegeten.
De dieren die niet gegeten mogen worden staan in de bijbel.
Daar horen bijvoorbeeld varkens, konijnen, paling, en zeevruchten bij.
De dieren die wel gegeten mogen worden, moeten door een speciaal daarvoor opgeleide slachter geslacht worden.

Hindoeïsme
Hindoestanen geloven in reïncarnatie.
Reïncarnatie betekent dat je na de dood weer op aarde terugkeert in een ander lichaam.
Dit kan een mensenlichaam zijn, maar ook een dier of zelfs een plant.

Hindoestanen zien alle levende wezens als een deel van God; daarom zijn veel oudere hindoes vegetarisch.
Zij eten dus geen vlees of vis.
Niet-vegetarische hindoes eten geen rund- of kalfsvlees, want de koe is een heilig dier volgens de hindoes.