Je kijkt zo nog eens in de ogen van je klasgenoot.
Je klasgenoot kijkt naar het licht. Bijvoorbeeld van het raam.
Hij/zij doet en hand voor één oog. Maar doet het oog niet dicht!
Na ongeveer 30 seconde haalt hij/zij de hand weer weg.
Kijk nu goed naar de pupil. Wat valt je op?
Maak nu de oefening.