Stap 2: Practicum: Koud en warm
Bij de volgende proef onderzoek je de werking van warmte- en koudezintuigen.
Benodigdheden:
- Een bekerglas met koud water van ongeveer 4°C met ijsblokjes erin.
- Een bekerglas met warm water van ongeveer 40°C.
- Een bekerglas met lauw water van ongeveer 20°C.
- Een thermometer om de temperaturen te controleren.
Uitvoering:
- Steek een vinger van je linkerhand in het bekerglas met warm water.
- Steek een vinger van je rechterhand in het bekerglas met koud water.
- Wacht ongeveer één minuut.
- Doe dan de vingers van beide handen in het bekerglas met lauw water.