![]() |
Prikkels en impulsen |
![]() |
Horen |
![]() |
Ruiken en proeven |
![]() |
Zenuwstelsel |
![]() |
Hersenen |
| Adequate prikkel De prikkel waar een bepaald zintuig gevoelig voor is. Bijvoorbeeld: geluid -> oren, licht -> ogen. |
| Bewegingszenuwcellen Zenuwcellen die impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren en/of klieren brengen. |
| Centrale zenuwstelsel Bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. |
| Gehoorzintuig Het orgaan met zintuigen die geluiden opvangen: je oren. |
| Gevoelszenuwcellen Zenuwcellen die impulsen vanaf zintuigen naar het centrale zenuwstelsel brengen. |
| Gevoelszintuig Tastzintuigen, drukzintuigen, warmtezintuigen en koudezintuigen. Deze zitten bijvoorbeeld in je huid. Ze geven informatie door over gevoel. |
| Gewenning Het hoger worden van de prikkeldrempel doordat je bepaalde prikkels vaak waarneemt. |
| Gezichtszintuig Het orgaan met zintuigen die licht opvangen: je ogen. |
| Grote hersenen Het grootste deel van de hersenen. Signalen van zenuwen worden hier verwerkt en de beweging van je lichaam wordt er geregeld. Hier zit bijv. ook je geheugen en emotie. |
| Hersenen Orgaan in je hoofd. Alles wat je lichaam doet, denkt, voelt wordt hier aangestuurd. |
| Hersenstam In dit deel van de hersenen worden belangrijke functies van je lichaam geregeld zoals ademhaling, hartslag, bewustzijn en temperatuur. |
| Impulsen Elektrische stroompjes die door zintuigcellen worden doorgegeven aan zenuwcellen. |
| Kleine hersenen Kleiner deel van de hersenen. Hier wordt onder andere gezorgd voor je bewegingen. |
| Prikkel Iets wat je zintuigen waarnemen en waarop je reageert. Bijvoorbeeld: fel licht -> je doet je ogen dicht. |
| Prikkeldrempel De sterkte van een prikkel die je zintuigen nog net waarnemen. |
| Reflex Een zeer snelle reactie van het zenuwstelsel. Het signaal gaat niet eerst naar de hersenen, maar komt alleen via het ruggenmerg. |
| Reukzintuig Orgaan met zintuigen die geuren opvangen, hierdoor kun je ruiken: je neus. |
| Ruggenmerg Deel van het zenuwstelsel dat in de wervelkolom ligt. Het geeft signalen door in het zenuwstelsel. |
| Schakelcellen Zenuwcellen die impulsen van de ene naar de andere zenuwcel brengen. |
| Smaakzintuig Orgaan met zintuigen die smaak waarnemen. Zit op je tong, hierdoor kun je proeven. |
| Zenuwcellen Cellen in het zenuwstelsel die signalen ontvangen en doorgeven. |
| Zintuig Orgaan dat prikkels waarneemt en signalen doorgeeft aan het zenuwstelsel. |
| Zintuigcellen Zintuigen bestaan uit zintuigcellen. Hier worden prikkels omgezet in impulsen. |