| Aan het einde van dit thema kan ik.. |
Opdracht |
- vijf plekken opsommen in ons lichaam waar zintuigen liggen.
- het verschil tussen een prikkel en een impuls aangeven.
- benoemen hoe de informatie van zintuigen naar de hersenen gaat.
- aangeven wat het verschil is tussen bewuste en onbewuste reacties.
- benoemen wat een reflex is.
|
Zenuwstelsel |
- de drie lagen noemen waar de huid uit bestaat.
- de vijf verschillende zintuigen van de huid opnoemen.
- de functie van de vijf verschillende zintuigen van de huid beschrijven.
- de werking van warmte- en koudezintuigen uitleggen.
|
Voelen: de huid |
- zes verschillende onderdelen van het oog benoemen.
- aangeven wat de functie van deze zes verschillende onderdelen is.
- uitleggen dat ogen worden beschermd door wenkbrauwen, oogleden en wimpers.
- aangeven waarvoor het oog traanvocht maakt.
- de omschrijving van de begrippen accommoderen, bijziend en verziend navertellen.
|
Ogen bekeken |
- zes onderdelen van het oor benoemen.
- de onderdelen van het oor in de volgorde zetten waarin ze informatie over geluid doorgeven.
|
Goed gehoord |
- onderdelen van de neus en tong benoemen.
- drie smaken benoemen die de tong kan waarnemen.
- benoemen dat ik al mijn zintuigen gebruik bij het herkennen van voedsel.
- de werking van het reukzintuig en het smaakzintuig met eigen woorden vertellen.
|
Ruiken en proeven |